Woestijn van Paran
On november 22, 2021 by adminAbraham stuurt Hagar en Ismaël de woestijn in, illustratie van Gustave Doré
De wildernis of woestijn van Paran zou de plaats zijn waar het Egyptische dienstmeisje Hagar van Abrahams vrouw Sarah (Sarai) en echtgenote van Abraham in Genesis 16:3 (die op haar voorstel zijn vrouw werd en hem een zoon Ismaël baarde) vanuit Abrahams woning in Beersheba in ballingschap werd gezonden (Genesis 16:1). Hagar “vertrok, en dwaalde in de woestijn van Beersjeba” (Genesis 21):
Toen opende God haar ogen en zij zag een bron van water. Dus ging zij heen en vulde de huid met water en gaf de jongen te drinken. God was bij de jongen toen hij opgroeide. Hij leefde in de woestijn en werd een boogschutter. Terwijl hij in de woestijn van Paran woonde, kreeg zijn moeder een vrouw voor hem uit Egypte. (Genesis 21:19-22)
Paran wordt later in het boek Numeri genoemd als een plaats waar de Israëlieten zich tijdelijk vestigden tijdens de Exodus:
Toen trokken de Israëlieten weg uit de woestijn van de Sinaï en trokken van plaats naar plaats, totdat de wolk tot rust kwam in de woestijn van Paran. (Numeri 10:12)
Paran komt opnieuw voor in de beginregels van het Boek Deuteronomium:
Dit zijn de woorden die Mozes tot heel Israël sprak in de woestijn aan gene zijde van de Jordaan – dat wil zeggen in de Arabah – tegenover Soeh, tussen Paran en Tophel, Laban, Hazeroth en Dizahab. (Deuteronomium 1:1)
Hij zeide: “De HEER kwam van de Sinaï en daagde over hen uit vanuit Seir; Hij straalde vanaf de berg Paran. Hij kwam met myriaden van heiligen, van zijn rechterhand ging een vurige wet voor hen uit.” (Deuteronomium 33:2)
Koning David verbleef enige tijd in de woestijn van Paran na de dood van Samuël (1 Samuël 25:1).
1 Koningen 11:17-18 verklaart dat toen Hadad de Edomiet van Edom naar Egypte vluchtte, hij op weg naar Egypte door Midjan en Paran trok.
Het is niet zeker waar de woestijn van Paran precies moet worden gesitueerd. Het wordt vaak in verband gebracht met de berg Sinaï in Egypte, en er zijn aanwijzingen dat het oorspronkelijk kan hebben verwezen naar het zuidelijke deel van het Sinaï-schiereiland.
De kleine profeet Habakkuk vermeldt dat “God komt van Teman, de Heilige van de berg Paran” in Habakkuk 3:3.
Zowel Eusebius (in zijn Onomasticon, een bijbelwoordenboek) als Hiëronymus melden dat Paran een stad was in de woestijn Paran, in Arabia Deserta (voorbij Arabia Nabataea), ten zuidoosten van Eilat Pharan. Onomasticon, onder Pharan, zegt: “(Nu) een stad voorbij Arabië grenzend aan de woestijn van de Saracenen waardoor de kinderen Israëls trokken (kamperen) vanaf de Sinaï. Gelegen (zeggen wij) voorbij Arabië in het zuiden, drie dagen reizen ten oosten van Aila (in de woestijn Pharan) waar volgens de Schrift Ismaël woonde, vandaar de Ismaëlieten. Er wordt ook gezegd (we lezen) dat (koning) Chodollagomor diegenen in stukken sneed in ‘Pharan dat in de woestijn is’.”
Eusebius en Hiëronymus verwezen hoogstwaarschijnlijk naar de plaats die tegenwoordig bekend staat als Wadi Faran en die zich in de Hejaz bevindt, niet ver van Jebel Al lawz. Er ontstond verwarring onder moderne bijbelgeleerden, omdat een andere plaats op het Sinai-schiereiland bij Jebel Musa ook bekend staat als Wadi Faran, en volgens deze geleerden moet deze laatste juist worden geïdentificeerd met Paran, en de woorden van Hiëronymus en Eusebius “ten oosten van Aila” werden geacht een vergissing te zijn.
Eusebius’ vermelding van Chodollagomor verwijst naar een mogelijke eerdere vermelding van Paran in Genesis 14:6, waarin staat dat toen hij en de andere met hem geallieerde koningen op veldtocht waren in de streek van Sodom en Gomorra, zij “de Horieten op hun berg Seir sloegen, tot El-paran, die bij de wildernis is”. (KJV)
Sebeos, de Armeense bisschop en historicus, die de Arabische verovering van zijn tijd beschreef, schreef dat de Arabieren “zich verzamelden en uit Paran kwamen”.
in 1989 suggereerde professor Haseeb Shehada, in zijn vertaling van de Samaritaanse Torah, een identificatie van de woestijn van Paran met de woestijn van West-Arabië, die tegenwoordig bekend staat als de Hijaz.
Geef een antwoord