What Does a Dewlap Do?
On september 25, 2021 by admin
Littekens zijn losse huidflappen die aan de nek van sommige dieren hangen, met name bepaalde hagedissen, vogels en zoogdieren met hoeven. Deze raadselachtige versieringen zijn gewoonlijk meer uitgesproken bij mannetjes dan bij wijfjes, wat wijst op een rol in de seksuele selectie. Dit lijkt het geval te zijn bij hagedissen en vogels, die hun keelhuid gebruiken als seksueel vertoon. Maar de rol van de keellippen bij hoefdieren is niet zo goed begrepen.
In een nieuwe studie onderzoekt Jakob Bro-Jørgensen van de Universiteit van Liverpool drie hypothesen betreffende de functie van keellappen bij koeien, herten en antilopen. De eerste hypothese stelt dat dewlaps bij hoefdieren geëvolueerd zijn om een rol te spelen in seksuele signalen, bijvoorbeeld door het aangeven van leeftijdsgebonden strijdvaardigheid of door mannetjes groter te doen lijken voor hun rivalen. De tweede mogelijkheid is dat de keelhuid de dieren groter doet lijken voor roofdieren en aanvallen afschrikt. Een andere mogelijkheid is dat de keelhuid het voor roofdieren gemakkelijker maakt om hun prooi in handen te krijgen, en aangezien alleen dieren van “hoge kwaliteit” een grote keelhuid kunnen ontwikkelen zonder te worden opgegeten, is de structuur een signaal dat een individu moeilijk te doden zal zijn, waardoor aanvallen worden ontmoedigd. Volgens de laatste hypothese helpt de keelhuid de dieren bij het afvoeren van overtollige lichaamswarmte.
Bro-Jørgensen evalueerde deze hypotheses aan de hand van een vergelijkende benadering, waarbij verschillen tussen soorten werden onderzocht, en een veldstudie van één soort, de gewone eland. Mannelijke elanden ontwikkelen grote keelhuid die meer dan 40 cm onder hun nek kan hangen.
De resultaten tonen aan dat, in tegenstelling tot bij vogels en hagedissen, de keelhuid bij hoefdieren geen rol lijkt te spelen in seksuele selectie. En bij elandantilopen werd een grote keelhuid eerder geassocieerd met een hogere dan met een lagere incidentie van klauwafdrukken, wat suggereert dat de structuur eerder predatiekosten veroorzaakt dan dat ze dient als afschrikmiddel voor roofdieren.
De aanwezigheid van keelhuidjes werd echter in verband gebracht met een zeer grote lichaamsgrootte van de mannetjes (>400 kg), wat een thermoregulerende functie ondersteunt. Oververhitting kan een probleem zijn voor grote soorten in een warm klimaat. Bro-Jørgensen merkt op dat de door hem geëvalueerde soorten waarvan de mannetjes meer dan 400 kg wegen maar geen keelhuid hebben, allemaal in koude gebieden leven of alternatieve, gedragsmatige afkoelingsstrategieën hebben ontwikkeld, zoals wallowing.
Het feit dat vrouwtjes geen keelhuid hebben is ook consistent met de thermoregulatiehypothese. Vrouwtjes zijn veel kleiner dan mannetjes bij alle soorten met keelhuid, en dus is warmteverspreiding voor hen een minder groot probleem.
Bro-Jørgensen merkt op dat het misschien voorbarig is om een communicatiefunctie van de keelhuid uit te sluiten, en dat meer onderzoek nodig is om deze optie te onderzoeken. Maar het onderzoek tot nu toe suggereert dat zoogdieren met hoeven de keelhuid hebben ontwikkeld voor andere doeleinden dan die van vogels en hagedissen, namelijk om grote mannetjes te helpen warmte te verliezen in een hete omgeving.
Geef een antwoord