Wat zijn de westenwinden?
On december 6, 2021 by adminDe westenwinden, ook wel westerwinden genoemd, komen voor in twee gebieden op aarde: tussen 30 en 60 graden noorderbreedte op het noordelijk halfrond en tussen 30 en 60 graden noorderbreedte op het zuidelijk halfrond. De naam van deze unieke winden is ontleend aan de richting van hun oorsprong; de westenwinden lopen van west naar oost, terwijl andere winden van oost naar west lopen. Het komt erop neer dat de lucht rond de evenaar opstijgt als hij opwarmt. Deze opwaartse beweging zorgt ervoor dat de koelere lucht op grotere hoogte wordt verplaatst naar de eerder genoemde breedtegraden. Deze circulerende lucht zorgt ervoor dat de lucht op lagere hoogten in dit hogere breedtegebied ook in beweging komt. Het verschil in snelheid tussen deze twee luchtsoorten is wat aan het aardoppervlak wordt gevoeld.
Meteorologen melden dat de westenwinden hogere snelheden en meer kracht hebben tijdens het winterseizoen, dat op het noordelijk halfrond van december tot februari loopt en op het zuidelijk halfrond van juni tot augustus. Dit onderscheid is te wijten aan de luchtdruk boven de polen tijdens de winter. Lagere druk betekent sterkere westenwinden. Wanneer deze winden over land bewegen, wordt de richting veranderd en gaat het meer in een noord-zuid patroon. Deze verandering van richting betekent dat de westenwinden boven land aanzienlijk worden afgeremd. Het tegenovergestelde is waar boven water, waar de westenwinden hogere snelheden kunnen bereiken. Deze actie betekent dat de westenwinden op het zuidelijk halfrond, waar minder landoppervlak is dan op het noordelijk halfrond, de neiging hebben met grotere snelheden te bewegen.
De oceaan en de westenwinden
Zoals de wind, beweegt de oceaan voortdurend en deze beweging wordt door de wind beïnvloed. Alle winden, ook de westenwinden, trekken over het oppervlak van de oceaan, waardoor de stroming in dezelfde richting beweegt als de wind. Omdat de westenwinden in de tegenovergestelde richting van de passaatwinden bewegen en landmassa’s de stroming van het oceaanwater belemmeren, ontstaat een cirkelvormig patroon van oceaanstromingen.
Het verschil in snelheid en sterkte van de westenwinden op het noordelijk en zuidelijk halfrond komt ook overeen met de snelheid en sterkte van de oceaanstromingen. Deze correlatie betekent dat de oceaanstroming op het zuidelijk halfrond veel sterker is dan die op het noordelijk halfrond. Een andere factor die bijdraagt tot de sterkte van de stroming staat bekend als westelijke intensivering, die optreedt als gevolg van het eerder genoemde cirkelvormige patroon van de oceanen op aarde. Het resultaat van deze intensivering is dat de stroming langs de westelijke grens van de oceaan sterker is dan langs de oostelijke grens. Deze westelijke wateren voeren warmere temperaturen in de richting van zowel de noord- als de zuidpool. Een voorbeeld hiervan is de Golfstroom, die zich aan de westelijke rand van de Atlantische Oceaan bevindt. De Golfstroom is sterker dan de Californische Stroom, die zich aan de oostelijke rand van de Stille Oceaan bevindt. De Golfstroom zet zich voort in noordoostelijke richting, maar wordt door de westenwinden tegengehouden voordat hij de eilanden Antigua en Barbuda kan bereiken. Hetzelfde gedrag wordt gezien in de noordwestelijke regio van de Stille Oceaan.
De westenwinden en de passaatwinden
Als de overheersende winden in de middenbreedtegebieden, hebben de westenwinden door de geschiedenis heen een belangrijke invloed gehad op de handelsroutes. Dit belang voor de handel geldt in het bijzonder voor de “Roaring Forties”, enkele van de sterkste westenwinden op het zuidelijk halfrond tussen 40 en 50 graden breedtegraad. Deze winden maakten de Brouwerroute mogelijk, die in de jaren 1600 werd gebruikt om van Kaap de Goede Hoop in zuidelijk Afrika naar het eiland Java in Indonesië te varen. Niet alleen hielpen de westenwinden de zeelieden op het juiste pad te komen, maar zij maakten de reis ook sneller dan eerdere methoden. Volgens sommige bronnen werd de tijd die nodig was om tussen deze twee plaatsen te komen door gebruik te maken van de westenwinden gehalveerd. De ontdekking van de route wordt toegeschreven aan Hendrick Brouwer, een Nederlandse ontdekkingsreiziger. Het belang van de westenwinden heeft ongeveer twee eeuwen lang het aanzien van de handel bepaald. Bovendien leidde het gebruik van deze winden tot de Europese ontdekking van Australië (dat vóór deze ontdekking door inheemse volkeren werd bewoond).
Hoewel het tijdperk van de zeilschepen in het midden van de jaren 1800 eindigde met de komst van de stoomschepen, zijn de westenwinden nog steeds een belangrijk navigatiemiddel voor moderne schepen. In feite volgen zeilboten vaak nog steeds de route van de westenwinden, vooral die welke aan wedstrijdwedstrijden deelnemen.
Effecten van klimaatverandering op de westenwinden
Onderzoekers hebben onlangs een verband gelegd tussen de westenwinden en de wereldwijde klimaatverandering. Menselijke activiteit heeft geleid tot een verandering in de temperaturen en klimaatpatronen in bepaalde gebieden van de wereld. Deze verandering is vooral merkbaar boven Antarctica, waar de temperaturen over het algemeen koeler zijn dan de historische trends aangeven, en op het zuidelijk halfrond in het algemeen, waar de temperaturen warmer worden. De menselijke activiteit die hiervoor verantwoordelijk wordt geacht, is de aantasting van de ozonlaag en de vervuiling met CFK’s.
In het gebied tussen de pool en de westenwinden (op het zuidelijk halfrond) stijgt de temperatuur als gevolg van de combinatie van deze twee weerpatronen. Op zijn beurt zorgt deze warmere temperatuur ervoor dat de westenwinden in kracht en snelheid toenemen. Naarmate deze winden sterker worden, verhinderen zij dat de warme lucht zijn weg naar de zuidpool vindt. Daarom hebben de kustgebieden van Antarctica meer te lijden onder de hogere temperaturen. De westenwinden op het noordelijk halfrond ondervinden het tegengestelde effect, vooral omdat de ozon in dit gebied nog niet zo sterk is aangetast als in het zuiden. Deze verzwakte westenwinden betekenen dat de Arctische polaire straalstroom niet zo sterk is als in voorgaande jaren. Omdat deze straalstroom langzamer beweegt, heeft hij de neiging om zijn koers in extremere patronen te veranderen dan vroeger het geval was. Deze koersverandering, in combinatie met de koelere temperaturen, leidt tot extreme weersomstandigheden op het noordelijk halfrond. Andere wetenschappers hebben beweerd dat er een verband bestaat tussen deze veranderingen in zowel de noordelijke als de zuidelijke westenwinden en de toenemende droogte in landen op beide halfronden. Dezelfde wetenschappers voorspellen dat deze weersveranderingen in de toekomst zullen aanhouden, waardoor het aantal bosbranden zal toenemen, de landbouwproductie zal afnemen en de mariene hulpbronnen zullen worden uitgeput.
Geef een antwoord