Waarom sneeuw wit is

De wetenschap verklaart de kleur van ijs en sneeuw

Sneeuw lijkt wit omdat de gefacetteerde sneeuwvlokken het licht weerkaatsen. (Stephane Mignon)

Sneeuwvlokken zijn kristallen van bevroren water. Water en ijs zien er in grote hoeveelheden helder of lichtblauw uit, dus waarom is sneeuw wit? Dat heeft te maken met de wisselwerking tussen licht en sneeuwvlokken en de luchtmoleculen tussen elke sneeuwvlok.

Laten we beginnen met de wisselwerking tussen licht en sneeuw. Water, ijs en een individuele sneeuwvlok kunnen doorzichtig of helder lijken, maar water is eigenlijk doorschijnend. Het verschil is dat licht ongewijzigd door een doorzichtig materiaal kan gaan, terwijl het wordt afgebogen wanneer het door een doorschijnend materiaal gaat. Licht dat een sneeuwvlok raakt, wordt afgebogen en verstrooid over het spectrum door de facetten en onvolkomenheden in elk kristal. De verstrooiing resulteert in wit licht, op dezelfde manier waarop een hoop suiker of zout wit lijkt, ook al lijkt elk kristal afzonderlijk helder.

Blauwe sneeuw

Sneeuwvlokken verstrooien alle frequenties van zichtbaar licht, zodat het netto-effect wit licht produceert, maar diepe lagen sneeuw of samengeperste sneeuw kunnen blauw lijken. In samengeperste sneeuw of ijs zit weinig lucht tussen de kristallen, zodat er minder kans is dat het licht wordt weerkaatst. Dikke lagen absorberen genoeg rood licht om deze sneeuw blauw te doen lijken. Sneeuw kan ook blauw lijken als er een laag ijs op ligt, die het blauw van de lucht kan weerkaatsen.