Vrouwelijke seksuele aversiestoornis
On december 16, 2021 by adminSeksuele aversiestoornis wordt gewoonlijk geclassificeerd als een subcategorie van hypoactieve seksuele begeerte stoornis (HSSD) en wordt vaak verward met een gebrek aan seksueel verlangen.(1,2) Veel deskundigen beschouwen het als een fobie of angststoornis, hoewel de seksuele context het ook classificeert als een seksuele stoornis. Het kan ook een dubbele stoornis zijn die seksuele angst en paniekstoornis omvat.(1,3)
Diagnostische Criteria
De tweede internationale multidisciplinaire groep verzameld door de American Foundation for Urologic Disease definieert het probleem als “extreme angst en/of afkeer bij de anticipatie van/of poging tot enige seksuele activiteit.(3) Net als bij andere seksuele stoornissen is het voor de diagnose van cruciaal belang of de stoornis al dan niet persoonlijk leed veroorzaakt.(1) De DSM-IV-TR gepubliceerd in 2000 beschrijft seksuele aversie stoornis als “de aanhoudende of terugkerende extreme afkeer van, en vermijding van, alle (of bijna alle) genitale seksueel contact met een seksuele partner; de stoornis veroorzaakt duidelijk leed of interpersoonlijke moeilijkheden, en de seksuele disfunctie wordt niet verklaard door een andere Axis I stoornis (behalve een andere seksuele disfunctie).”Er is weinig bekend over de etiologie, prevalentie of behandeling van de stoornis, behalve dat het een levenslange of verworven geconditioneerde reactie is die vaak geassocieerd wordt met een geschiedenis van seksueel trauma of misbruik, en het treft meer vrouwen dan mannen.(1,2) Afkeer van seksuele activiteit is zelden een initiële klacht, omdat patiënten vaak proberen elk genitaal contact te vermijden, zelfs in de context van een gynaecologisch onderzoek. Ze kunnen ook vermijden om over hun afkeer van seks te praten in een therapeutische setting. Het is belangrijk om HSDD uit te sluiten omdat er enige overlap van symptomen is, en sommige vrouwen met een afkeerstoornis hebben intacte libido’s en melden zelfs plezier bij de zeldzame gelegenheden dat ze aan seksuele activiteit deelnemen.(1)
Kingsberg en Janata hebben voorgesteld de huidige DSM-IV-TR diagnoses en criteria te herzien om beter onderscheid te kunnen maken tussen primaire (levenslange) en secundaire (verworven) seksuele aversiestoornis (zie tabel 11).(1)
Behandeling van seksuele aversiestoornis
Net als bij de diagnose is de behandeling van seksuele aversiestoornis moeilijk, grotendeels omdat patiënten vaak resistent zijn tegen het bespreken van de stoornis. Op dit moment bestaat de behandeling uit doorverwijzing naar een psycholoog of seksuoloog voor desensibilisatie-therapie.(1)
TABLE 11. Voorgestelde herziening van de classificatie van seksueleaversiestoornissen1 |
||
Diagnose | Huidige DSM-IV-TR-criteria | Voorgestelde herziene criteria |
Primaire seksueleaversie | Langdurige angst, vrees, of afkeer van seksuele stimuli | Acquisitie van angst of afkeer vóór de ontwikkeling van gezonde seksuele interacties met een partner |
Secundaire seksuele aversie | Acquired anxiety, fear or disgust to sexual stimuli | Acquisition of fear, anxiety or disgust after the development of healthy sexual interactions with a partner |
- Kingsberg SA, Janata JW. Seksuele aversie stoornis. In: Levine S, ed. Handbook of Clinical Sexuality for Mental Health Professionals. New York, NY: Brunner-Routledge, 2003; pp 153-166.
- Anastasiadis AG, Salomon L, Ghafar MA, et al. Vrouwelijke seksuele disfunctie: state of the art. Curr Urol Rep 2002;3:484-491.
- Basson R, Leiblum S, Brotto L, et al. Definitions of women’s sexual dysfunction reconsidered: advocating expansion and revision. J Psychosom Obstet Gynecol 2003;24:221-229.
- American Psychiatric Association. DSM-IV-TR: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 4th edition, Text Revision. Washington, DC: American Psychiatric Association; 2000.
Geef een antwoord