Toen Amerika Kerstmis verbood

Of je nu gelovig bent of niet, Kerstmis heeft op de een of andere manier een grote invloed op je. Hoewel de feestdag ver verwijderd is geraakt van het oorspronkelijke doel, namelijk het vieren van de geboorte van Jezus, heeft de transformatie velen van ons in staat gesteld om de “Kerstgeest” te ervaren, ongeacht ons geloof in de geboorte van Jezus.

Voor veel christenen is deze feestdag de grootste dag van het jaar, omdat het de grootste feestdag van de christelijke kalender is. Velen die zich tegen de godsdienst verzetten, vooral in de 17e en 18e eeuw, zagen deze feestdag als een bedreiging en trachtten zo degenen die deze feestdag vierden te onderdrukken of tegen te houden. Dit gold zeker voor de Puriteinen in Engeland en haar koloniën, die de viering zagen als een uiting van “heidendom” en de viering ervan probeerden te onderdrukken.

De werkelijke opkomst van de Puriteinen vond plaats in de jaren 1600, toen velen die het geloof aanhingen, voortbouwden op Elizabeth I’s reformatie van de Engelse kerk in 1559. Deze reformatie drong er bij de kerken op aan om meer hervormd en dus “protestanter” te worden. Deze drang is vandaag de dag nog steeds zichtbaar, aangezien veel Britse burgers vandaag de dag nog steeds deel uitmaken van de hervormde Anglicaanse godsdienst.

Toen deze drang zich in de jaren 1600 ontwikkelde, gingen de hervormingsgezinden meer integrale delen van het katholicisme aanvallen om hun agenda door te drukken en te ontmantelen wat zij als “ketterij” beschouwden. Dit had tot gevolg dat centrale onderdelen van de godsdienst, zoals de viering van Pasen en Kerstmis, in de jaren 1600 onder vuur kwamen te liggen. Dit besluit werd genomen omdat veel puriteinen aanvoerden dat nergens in de christelijke geschriften sprake was van het vieren van de geboorte van Christus, iets waarover de christelijke gemeenschap tot op de dag van vandaag discussieert.

Deze radicale verandering zou zich verspreiden naar andere streken waar de puriteinse bevolking in de meerderheid was, meestal die streken waar de Engelse invloed het grootst was. Om niet achter te blijven, volgde de puriteinse bevolking van de Britse koloniën in Amerika dit voorbeeld, wat leidde tot het verbod van de praktijk. De meest opvallende van deze vestigingen was de Massachusetts Bay Colony die zwaar onder Puriteinse invloed stond, wat leidde tot hun opmerkelijke verbod op Kerstmis in 1659.

Een dag van “vasten en vernedering”

In de kolonie werd Kerstmis veranderd van een feestdag in een dag van “vasten en vernedering” waarop de bevolking van de kolonie moest nadenken over het voorgaande jaar en de zonden die zij hadden begaan. De autoriteiten van de Massachusetts Bay Colony stelden een straf in voor degenen die Kerstmis nog op de traditionele manier vierden, waarvan er velen waren.

Omdat het als ‘ketterij’ werd gezien, werd een boete van 5 shilling ingevoerd voor iedereen die werd betrapt op deelname aan de viering van deze ‘heidense’ activiteit, hoewel er geen concrete gegevens zijn over de daadwerkelijke uitvoering van deze wet, aangezien de praktijk slechts 22 jaar lang werd verboden.

Zelfs met dit verbod werd Kerstmis nog steeds privé gevierd door diegenen die niet beïnvloed waren door de Puriteinen. Er werden nog steeds vieringen gehouden buiten het stadscentrum en praktijken zoals het huis aan huis gaan om kerstliederen te zingen werden opgeschort totdat het verbod in 1681 werd opgeheven onder druk van het vasteland van Engeland waar het radicalisme achter de puriteinse beweging aan kracht verloor.

Religieuze ijver

Zelfs al was de praktijk niet meer verboden, een groot deel van de bevolking van de Massachusetts Bay Colony, die nog steeds het puriteinse dogma volgde, fronste nog steeds de wenkbrauwen vanwege de eerder genoemde connotaties die eraan kleefden.

Nauwelijks 5 jaar na de herinvoering was er nog steeds vijandigheid tegen de praktijk. Dit bereikte zo’n niveau dat de gouverneur van de Massachusetts Bay Colony soldaten met rode jassen moest laten komen om hem te bewaken tijdens zijn viering van Kerstmis, uit vrees dat er geweld zou uitbreken vanwege zijn minachting voor de puriteinse waarden van zijn burgers.

Gebieden met een zware puriteinse invloed zouden de praktijk blijven afkeuren gedurende de hele 18e eeuw en zelfs delen van de 19e eeuw. Dit was vooral duidelijk in Massachusetts, dat misschien wel een van de meest beïnvloede gebieden van Amerika was. Het duurde tot halverwege de 19e eeuw, in 1856, voordat Kerstmis officieel als een feestdag werd erkend door de gouverneurs van Massachusetts, een echt bewijs van de lange levensduur van religieuze waarden door de geschiedenis heen.