To Be – Past Tense
On november 18, 2021 by adminEnglish Grammar Notes
De verleden tijd van To Be in het Engels kent twee vormen: WAS en WERE
To Be – Affirmative
Subject | To Be | Voorbeelden |
---|---|---|
I | was | I was tired this morning. |
Je | was | Je was erg goed. |
Hij | was | Hij was de beste van zijn klas. |
Zij | was | Zij was te laat op haar werk. |
Het | was | Het was een zonnige dag. |
We | waren | We waren thuis. |
Je | waren | Je was op vakantie. |
Zij | waren | Zij waren blij met hun testresultaten. |
To Be – Negatieve zinnen
De ontkenning van To Be kan worden gemaakt door niet toe te voegen na het werkwoord (was of waren).
Onderwerp | To Be | Voorbeelden |
---|---|---|
Ik | was niet | Ik was niet moe vanmorgen. |
Jij | was niet | Jij was niet gek. |
Hij | was niet | Hij was niet getrouwd. |
Zij | was niet | Zij was niet beroemd. |
Hij | was niet | Het was niet warm gisteren. |
Wij | waren niet | Wij waren niet uitgenodigd. |
Jij | was niet | Jij was niet op het feest. |
Zij | waren niet | Zij waren geen vrienden. |
To Be – Negatieve samentrekkingen
We kunnen negatieve samentrekkingen maken van het werkwoord To Be in de verleden tijd door het werkwoord (was of waren) en n’t te verbinden (bv. waren niet = waren niet). We maken geen samentrekking van het onderwerp en het werkwoord (bv. Ik was).
Ik was vanmorgen niet moe. | OR | Ik was niet moe vanmorgen. |
Je was niet gek. | OR | Je was niet gek. |
Hij was niet getrouwd. | OF | Hij was niet getrouwd. |
Zij was niet beroemd. | OF | Zij was niet beroemd. |
Het was gisteren niet warm. | OR | Het was niet warm gisteren. |
We waren niet uitgenodigd. | OR | We waren niet uitgenodigd. |
Je was niet op het feest. | OR | Jullie waren niet op het feest. |
Ze waren geen vrienden. | OR | Ze waren geen vrienden. |
To Be – Vragen
Om vragen te maken met To Be, zet je het Werkwoord voor het Onderwerp.
Affirmatief | Jij | was | gelukkig. |
---|---|---|---|
Onderwerp | Werkwoord | ||
Vraag | Was | u | gelukkig? |
Werkwoord | Onderwerp |
Affirmatief | Vraag |
---|---|
Ik was te laat | Was ik te laat? |
Je was ziek. | Was je ziek? |
Hij was verrast. | Was hij verrast? |
Ze kwam uit Italië. | Kwam ze uit Italië? |
Het was een groot huis. | Was het een groot huis? |
We waren klaar. | Waren we klaar? |
Je was vroeg. | Was je vroeg? |
Zij hadden het druk. | Waren zij druk? |
Vóór het werkwoord kan ook een WH- Vraagwoord staan (Waarom, Wie, Wat, Waar etc.)
Was je gelukkig? Ja, dat was ik.
Waarom was je gelukkig? Omdat ik op mijn werk promotie kreeg.
To Be – Short Answers
In gesproken Engels geven we meestal korte antwoorden als antwoord op vragen.
Was he from Japan? – Ja, hij was (uit Japan). Het laatste deel (uit Japan) is niet nodig. We gebruiken korte antwoorden om herhaling te voorkomen, wanneer de betekenis duidelijk is.
Vraag | Korte antwoorden** | Korte antwoorden |
---|---|---|
Was ik te laat? | Ja, dat was je. | Nee, dat was je niet. |
Was je ziek? | Ja, dat was ik. | Nee, dat was ik niet. |
Was hij verrast? | Ja, dat was hij. | Nee, dat was hij niet. |
Kwam ze uit Italië? | Ja, dat was ze. | Nee, dat was ze niet. |
Was het een groot huis? | Ja, dat was het. | Nee, dat was het niet. |
Waren we er klaar voor? | Ja, dat waren we. | Nee, dat waren we niet. |
Waren jullie vroeg? | Ja, dat waren we. | Nee, dat waren we niet. |
Waren ze bezig? | Ja, dat waren ze. | Nee, dat waren ze niet. |
** Met To Be, gebruiken we geen samentrekkingen in bevestigende korte antwoorden.
Zie meer over Korte antwoorden in de verleden tijd
To Be in the Past Tense – Summary Chart
Volgende activiteiten
Probeer onze interactieve spelletjes om Was en Waren (eenvoudige bevestigende zinnen), Was en Waren in Vragen (eenvoudige vragen), To Be in the Past Tense (gemengd) en Was en Waren in Korte antwoorden te oefenen.
NEW: Download ons gratis werkblad To Be in Past Tense (in PDF).
Je kunt de antwoorden op dit werkblad hier bekijken: To Be in Past Tense Answers.
Als je deze Engelse grammatica over To Be in the Past Tense nuttig vond, laat het anderen dan weten:
Geef een antwoord