Pittosporum
On oktober 9, 2021 by adminPittosporum (/pɪˈtɒspərəm/ of /ˌpɪtəˈspɔːrəm, -toʊ-/) is een geslacht van ongeveer 200 soorten bloeiende planten in de familie van de Pittosporaceae. Het geslacht is waarschijnlijk van Gondwanese oorsprong; zijn huidige verspreidingsgebied strekt zich uit van Australazië, Oceanië, Oost-Azië en sommige delen van Afrika. Citriobatus kan hiertoe worden gerekend, maar zou een apart (hoewel nauw verwant) geslacht kunnen zijn. Ze zijn algemeen bekend als pittosporums of, dubbelzinniger, kaasjeskruid.
Pittosporum | |
---|---|
Pittosporum heterophyllum | |
Wetenschappelijke classificatie | |
Kingdom: | Plantae |
Clade: | Tracheophytes |
Clade: | Angiospermen |
Clade: | Eudicots |
Clade: | Asteriden |
Orde: | Apiales |
Familie: | Pittosporaceae |
Genus: | Pittosporum Banks ex Sol. |
Soorten | |
Over 200, zie tekst |
|
Synoniemen | |
Citriobatus A.Cunn. ex Putt. |
De soorten zijn bomen en struiken die tot 2-30 m hoog worden. De bladeren zijn spiraalvormig gerangschikt of gevlochten, enkelvoudig, met een gaafrandige of gegolfde (zelden gelobde) rand. De bloemen verschijnen alleen of in bloemschermen of tuilen, elke bloem heeft vijf kelk- en vijf kroonbladeren; ze zijn vaak zoet geurend. De vrucht is een houtige zaaddoos, die bij het rijpen barst en de talrijke zaden vrijgeeft. De zaden zijn bedekt met een kleverige harsachtige substantie. Het geslacht is genoemd naar hun kleverige zaden, naar het Grieks dat “pekzaad” betekent.
Tarata (P. eugenioides) en kohuhu (P. tenuifolium) – beide uit Nieuw-Zeeland – en het Japanse kaasjeskruid (P. tobira) uit Zuid-Japan worden op grote schaal gekweekt als sierplanten in subtropische streken; pittosporums kunnen ook binnenshuis als bonsai worden gekweekt. De petroleumnoot (P. resiniferum) levert petroleumnootolie op, die soms wordt voorgesteld als biobrandstof; vanwege het te hoge n-heptaangehalte en het daaruit voortvloeiende lage octaangehalte is hij beter geschikt als bron van n-heptaan, dat anders uit ruwe olie wordt gewonnen.
Veel herbivoren verafschuwen de harsachtige pittosporums, met name hun zaden, die overal blijven kleven. Maar sommige dieren eten ze met smaak, bijvoorbeeld de kea (Nestor notabilis), die van P. anomalum vruchten en zaden houdt. De waterschildluis (Icerya purchasi) is een veel voorkomende plaag op sierplanten (vooral de Nieuw-Zeelandse soorten); de zakschimmel Nectriella pironii infecteert vaak Japans kaasjeskruid.
Geef een antwoord