Middenbereik-theorie (sociologie)
On oktober 3, 2021 by adminDe middenbereik-benadering werd ontwikkeld door Robert Merton als een afwijking van de algemene sociale theorievorming van Talcott Parsons. Merton was het met Parsons eens dat een eng empirisme dat geheel bestaat uit eenvoudige statistische of observationele regelmatigheden niet tot een succesvolle theorie kan leiden. Hij vond echter dat Parsons “formuleringen ver verwijderd waren van het verschaffen van een problematiek en een richting voor theorie-georiënteerd empirisch onderzoek naar de waarneembare werelden van cultuur en maatschappij”. Hij stond dus lijnrecht tegenover het abstracte theoretiseren van geleerden die zich bezighouden met de poging om een totaal theoretisch systeem te construeren dat alle aspecten van het sociale leven omvat. Met de introductie van het middle-range theory programma pleitte hij ervoor dat sociologen zich zouden concentreren op meetbare aspecten van de sociale werkelijkheid die als afzonderlijke sociale verschijnselen bestudeerd kunnen worden, in plaats van te proberen de hele sociale wereld te verklaren. Hij zag zowel de middenafstandstheorie-benadering als de middenafstandstheorieën zelf als tijdelijk: wanneer ze tot wasdom komen, zoals de natuurwetenschappen al hadden gedaan, zou het geheel van middenafstandstheorieën een systeem van universele wetten worden; maar tot die tijd moeten de sociale wetenschappen vermijden te proberen een universele theorie te creëren.
Mertons oorspronkelijke folie in de constructie was Talcott Parsons, wiens handelingstheorie C. Wright Mills later als een “grote theorie” classificeerde. (Parsons verwierp deze categorisering heftig.) Theorieën van het middenbereik worden gewoonlijk geconstrueerd door theorie-bouwtechnieken toe te passen op empirisch onderzoek, waaruit generieke stellingen over de sociale wereld voortkomen, die op hun beurt ook empirisch getoetst kunnen worden. Voorbeelden van middenbereik-theorieën zijn theorieën over referentiegroepen, sociale mobiliteit, normalisatieprocessen, rolconflicten en de vorming van sociale normen. De middenbereikbenadering heeft een rol gespeeld in de ontwikkeling van de sociologie tot een steeds meer empirisch georiënteerde discipline. Dit was ook belangrijk in het naoorlogse denken.
In de naoorlogse periode werd de middenbereik-theorie de dominante benadering van theorievorming in alle op variabelen gebaseerde sociale wetenschappen. De middenbereik-theorie is ook toegepast op het archeologische gebied door Lewis R. Binford, en op de financiële theorie door Robert C. Merton, de zoon van Robert K. Merton.
In de laatste decennia is het analytische sociologieprogramma opgekomen als een poging om de middenbereik-theorieën te synthetiseren tot een meer samenhangend abstract kader (zoals Merton had gehoopt dat uiteindelijk zou gebeuren). Peter Hedström in Oxford is de geleerde die het meest met deze benadering wordt geassocieerd, terwijl Peter Bearman de meest prominente Amerikaanse voorstander ervan is.
Geef een antwoord