John Barczynski’s RCL Site
On oktober 20, 2021 by admin“Ik zal een manier vinden of er een maken” Dit citaat is de belichaming van de Carthaagse generaal Hannibal Barca, de hoofdfiguur in de tweede Punische oorlog. Hannibal was beroemd om zijn invasie op het Italiaanse schiereiland vanuit het noorden, waarbij hij oorlogsolifanten gebruikte*. Voor wie aardrijkskunde kent: Carthago, dat in het huidige Tunesië in Afrika ligt, ligt ongetwijfeld ten zuiden van Rome. Waarom zou een generaal dan zo’n omweg maken?
Na de Eerste Punische Oorlog verloren te hebben, had het nu bankroete Carthago moeite om de huurlingen te betalen die hun betalingen waren beloofd voor hun diensten in de strijd tegen Rome. De opstandige huurlingen kregen al snel de steun van enkele plaatselijke steden, en opnieuw was Carthago in oorlog. Tijdens deze oorlogen gebeurden twee dingen die van groot belang waren voor de relatie tussen Rome en Carthago. Ten eerste maakte Rome gebruik van de zwakte van Carthago en nam de eilandprovincies Corsica en Sardinië in bezit. Dit wekte de woede van het Carthaagse volk, maar zij waren te zeer bezig met het overleven van hun stad om hun provincies te kunnen verdedigen. Ten tweede kreeg Hamilcar Barca, een generaal uit Sicilië, het opperbevel over de strijdkrachten van de stad. Het feit dat Hamilcar Barca aan de macht kwam is niet zo belangrijk als het feit dat Hamilcar de vader was van Hannibal Barca, de eerder genoemde leider van de Punische legers. De Barciden namen deze aanvallen van Rome op een verzwakt Carthago persoonlijk op en waren spoedig in staat terug te vechten tegen de Romeinen.
Wat interessant is aan de Tweede Punische Oorlog is dat deze aanvankelijk een omkering is van de eerste. Tijdens de Eerste Punische Oorlog werden de zeevarende Cartheginiers in een reeks zeeslagen verslagen door de veel zwakkere Romeinse vloot. Deze keer echter was Hannibal in staat Rome te verslaan in het door hem gekozen element. Twee weken geleden schreef ik over het vertrouwen van Caesar en hoe het hem hielp grote dingen te bereiken. Ook Hannibal kende het Romeinse zelfvertrouwen en gebruikte het in zijn voordeel tijdens zijn drie verpletterende overwinningen op het Romeinse volk.
In de Slag bij Trebia verleidde Hannibal het Romeinse leger tot een poging om een rivier over te steken (in december) alvorens het op te nemen tegen Hannibals warme, goed uitgeruste manschappen. Ondanks het buitensporige numerieke voordeel van de Romeinen, werd hun cavalerie afgeschrikt door de oorlogsolifanten en Hannibal was in staat de bijna bevroren Romeinse legioenen te flankeren. De Romeinse aanvalsstijl was zeer efficiënt, maar werkte alleen effectief als men frontaal vocht. In veel gevallen, zoals in Trebia, werd een geflankeerd legioen verpletterd omdat het niet in staat was zowel van voren als van opzij aan te vallen. Hannibal kon de vele legioenen Romeinen zeer snel verslaan.
Tijdens de slagen bij het Trasimeense Meer en bij Cannae (217 en 216 v.Chr.) gebruikte Hannibal opnieuw zijn kleinere strijdkrachten om de Romeinen te verslaan. Beide keren gebruikte Hannibal de geografie om de Romeinse troepen in de knel te drijven en verstopte hij extra troepen op de flanken die de Romeinen op hun kwetsbare flanken konden aanvallen. Het ergste van de Slag bij Cannae was dat de Romeinen niet eens bij Cannae hoefden te vechten, omdat Hannibal en zijn manschappen (de olifanten stierven kort na Trebia omdat ze de kou niet konden weerstaan) een tekort aan voorraden hadden. De slag werd uitgevochten omdat zich in het deel van het Italiaanse platteland waar de Carthagers zich ophielden, veel van de landgoederen van Rome’s meest vooraanstaande politici bevonden, die er niet op zaten te wachten dat hun eigendommen zouden worden vernietigd. Hun vertrouwen dat een nieuwe Romeinse aanval Hannibal effectief zou uitroeien, leidde tot Rome’s derde verpletterende nederlaag in drie jaar.
Overmoedigheid kostte de Romeinen bijna de oorlog met de Carthagers. Gelukkig voor de Italianen verliepen hun aanvallen op Hannibals aanvoerlijnen in het door Carthago beheerste Spanje en de latere tegenaanval van Publius Cornelius Scipio beter. Laat de bijna nederlaag van de Romeinen dienen als een les dat zelfs in de beste keizerrijken, overmoed duur kan uitvallen. Maar, hoewel de Tweede Punische Oorlog in 202 v. Chr. werd beëindigd in de Slag bij Zama, zou de ware rivaliteit tussen deze twee staten pas eindigen toen de ene tot de grond toe werd afgebrand… (wordt vervolgd)
*Hannibal was niet de eerste Romeinse tegenstander die oorlogsolifanten gebruikte; hij is dat wel omdat hij ze door de Alpen bracht om Rome binnen te vallen. Pyrrhus van Epirus gebruikte oorlogsolifanten in zijn “Pyrrhische Overwinning” tegen de Romeinen in 280 v. Chr. meer dan een halve eeuw vóór Hannibals pogingen. In feite waren het de acties van de Carthagers en de Romeinen tijdens hun strijd op Sicilië tegen Phyrrus die het politieke klimaat veroorzaakten dat leidde tot de Eerste Punische Oorlog.
Geef een antwoord