Hoe speel je Dominion

Het thema van het kaartspel Dominion daagt feodale monarchen uit om hun koninkrijken uit te breiden. Het is een race om onontgonnen land op te slokken, je land te verdedigen, hulp in te huren, gebouwen te bouwen zoals je kasteel, en je schatkist te vullen.

Spelers kopen elke beurt kaarten om aan hun deck toe te voegen, en worden langzaam machtiger naarmate het spel vordert. Het spel is ontworpen voor twee tot vier spelers. Het doel is om de meeste overwinningspunten te hebben als het spel eindigt.

Componenten

Het spel bestaat uit 500 kaarten. Er zijn drie grote stapels met schatkaarten: koper, zilver en goud. Er zijn kleinere stapels van elke zegekaart, verdeeld in provincies, hertogdommen, en landgoederen. Er zijn 30 vloekkaarten, en 250 koninkrijkkaarten, 10 van elk 25 soorten. En tenslotte is er voor elke hierboven genoemde soort kaart een plaatshouderkaart en een prullenbakkaart.

Opstelling

Leg de schatstapels in een rij op tafel. Leg de overwinningskaarten ernaast. Voor twee spelers, plaats acht van elk van de overwinningskaarten. Voor drie of vier spelers, gebruik in plaats daarvan 12 van elk van deze overwinningskaarten. Leg de vloeken op tafel, 10 voor elke speler na de eerste.

Kies tenslotte 10 koninkrijkskaarten om op tafel te leggen. De spelers mogen deze kaarten afspreken op een manier die ze zelf willen. Over het algemeen is het handig om ze in oplopende volgorde van aankoopkosten te rangschikken.

Elke speler krijgt zeven koperen en drie landgoederen als startstapel. Deze landgoederen komen van de rest in de doos, en niet van de overwinningsstapel die al op tafel ligt. Elke speler schudt zijn stapel, trekt vijf kaarten, en het spel begint met degene die als startspeler is gekozen.

Aan de beurt

Er zijn vier fasen in de beurt van elke speler. Het kan nuttig zijn om het acroniem ABCD te onthouden, dat staat voor “actie, kopen, opruimen en trekken”:

• Actie: Je mag één actiekaart uit je hand spelen. Volg de aanwijzingen op de kaart, die u kunnen instrueren om extra kaarten te trekken, koopkracht te winnen voor uw komende koopfase, of u extra acties te geven om extra actiekaarten te spelen.
• Kopen: U mag een willekeurige kaart in een stapel op tafel kopen. Om dit te doen, speel je schatkaarten uit je hand totdat de waarde minstens zo hoog is als de aankoopprijs van de kaart die je wilt kopen.
• Opruimen: De kaart die je hebt gekocht, alle kaarten die je hebt gespeeld, en alle kaarten die je nog in je hand hebt, worden allemaal op je aflegstapel gelegd.
• Trekken: Trek vijf kaarten van je stapel om je hand aan te vullen. Als er niet genoeg kaarten in uw stapel zitten, schudt u uw aflegstapel, en deze wordt de basis van uw trekstapel.

Eindspel

Het spel eindigt als de laatste provincie is gekocht of als er drie stapels leeg zijn. (In een spel met vier spelers is het afgelopen als vier stapels leeg zijn.) De spelers tellen de overwinningspunten in hun stapels, en de speler met de meeste punten wint. Bij een gelijke stand verliest degene die het eerst aan de beurt was.