Hoe Elton John zijn verleden tevoorschijn toverde met ‘Crocodile Rock’
On november 1, 2021 by adminHet was een surrealistisch tafereel, zelfs voor Elton John op het hoogtepunt van zijn camp-tijdperk: De zanger op een soundstage in Engeland, gemaakt om eruit te zien als een moeras. Uitgedost in een tropische veren combo gehuld in strass, vertolkte John “Crocodile Rock”, omringd door krokodillen Muppets en ondersteund door de soepele groove van Dr. Teeth and the Electric Mayhem. Natuurlijk zongen de krokodillen de “la-la-las.”
“See ya later, alligator,” kraaiden Statler en Waldorf vanaf hun balkon toen het deuntje werd afgesloten.
Dit moment uit 1978 diende als een soort vlampunt voor John’s roem, impact en succes in de jaren ’70. In die tijd hadden de Muppets een soort hipster cachet bereikt vanwege hun gelaagde komedie, populair bij zowel volwassenen als hun kinderen. Johns exotische kostuums en zelfspottende humor pasten perfect bij de groep. “Crocodile Rock’ was slim genoeg om nostalgie op te wekken bij oudere kijkers en simpel genoeg om de kinderen te laten swingen en te laten tikken. Sardonisch, oprecht, bizar en melodieus – dat was Elton in de jaren ’70, en dat was “Crocodile Rock.”
(In zijn autobiografie en zelfhulpboek Before You Leap uit 2006 onthulde Kermit de Kikker dat zijn moeder John jaren eerder had geboekt in het plaatselijke theater, de Bayou Bijou. Ze liet John ook kennismaken met de krokodil die de inspiratiebron vormde voor “Crocodile Rock.”)
In een interview in 2011 met het tijdschrift Esquire zou tekstschrijver Bernie Taupin “Crocodile Rock” omschrijven als “een vreemde dichotomie omdat ik het niet erg vind dat ik het heb gemaakt, maar het is niet iets waar ik naar zou luisteren.” John zelf is iets directer geweest en noemde het deuntje “wegwerppop.”
En toch heeft het duo duidelijk een gevoelige snaar geraakt. Uitgebracht in de herfst van 1972 als de lead single van John’s 1973 album Don’t Shoot Me I’m Only the Piano Player, leverde het zijn eerste nummer 1 single op in de U.S. en Canada, en het bereikte ook nummer 5 in de U.K. chart. Het blijft ook een hoofdbestanddeel van zijn live shows, waar John bekend staat om van de piano te gaan staan en het publiek op de “la-la-las” te dirigeren, net zoals hij deed met die Muppets.
“Crocodile Rock” werd opgenomen samen met de rest van het Don’t Shoot Me album in Frankrijk, in dezelfde studio waar John’s vorige release, Honky Chateau uit 1972, ook was neergelegd. Het stond in schril contrast met de andere hitsingle van de plaat, “Daniel”, een mid-tempo ballade over de liefde tussen twee broers. Crocodile Rock” is een verraderlijk aanstekelijk nummer, verankerd in een jammerende Farfisa orgel, gespeeld door John op het nummer. Beroemd geworden op klassieke jaren ’60 nummers als “96 Tears” van ? and the Mysterians en “Wooly Bully” van Sam the Sham and the Pharaohs, plaatst dat aparte orgelgeluid het nummer onmiddellijk in een specifiek maar tijdloos tijdperk, terug “toen rock nog jong was.”
“We probeerden het slechtst mogelijke orgelgeluid te krijgen, iets zoals Johnny and the Hurricanes er vroeger in slaagden om te produceren,” vertelde John aan Beat Instrumental magazine in januari 1973, net voor de release van het album. “Dit soort nummers is eigenlijk heel moeilijk om te schrijven omdat de verleiding groot is om te hard je best te doen en uit je dak te gaan. … Ik wilde dat het een eerbetoon zou zijn aan al die mensen die ik als kind altijd ging opzoeken. Daarom gebruikte ik de Del Shannon-achtige zang en dat stukje uit Pat Boone’s ‘Speedy Gonzales.'”
Hoewel die Boone novelty cut grotendeels verloren is gegaan aan het zand der tijden, vormt het wel een bizarre voetnoot bij het succes van de song – de componist klaagde John en Taupin aan in 1974 vanwege de onmiskenbare overeenkomsten tussen de oorwurm “la-la-las” op zowel “Speedy” als “Crocodile Rock.” De rechtszaak werd buitengerechtelijk geschikt.
Een minder voor de hand liggende inspiratiebron was “Eagle Rock,” een Australische hitsingle uit 1971 van Daddy Cool die John en zijn gezelschap tegenkwamen tijdens een tournee door Australië in 1972. John en Taupin hebben beiden toegegeven dat hun genegenheid voor dat liedje, dat geen enkele gelijkenis vertoont met “Crocodile Rock”, hen inspireerde tot het schrijven van hun eigen “rock” liedje over een dierendans. Taupin droeg Daddy Cool fan gear in het album artwork voor Don’t Shoot Me, evenals de Tumbleweed Connection en Honky Chateau platen.
“Ik wil niet dat mensen me herinneren voor ‘Crocodile Rock,'” gaf Taupin toe in een interview uit 1989 met Music Connection magazine. “Ik heb veel liever dat ze me herinneren voor liedjes als ‘Candle in the Wind’ en ‘Empty Garden,’ liedjes die een boodschap overbrengen… een gevoel. Maar er zijn dingen als ‘Crocodile Rock,’ wat leuk was in die tijd, maar het was pop pluis. Het was als, ‘Oké, dat was leuk voor nu, gooi het weg, en hier is de volgende. Dus er is een bepaald element van onze muziek dat wegwerpbaar is, maar ik denk dat je dat in ieders catalogus zult vinden.”
Geef een antwoord