EVOLUTIE VAN HET VASTEN VAN DE Veertigdagentijd
On november 7, 2021 by adminVoor de christenen is het vasten altijd beschouwd als een voorbereiding op Pasen. Tot in de vierde eeuw echter bleef het vasten, dat de feestdag is gaan kenmerken, beperkt tot een dag of twee; het duurde nooit langer dan een week. In sommige gevallen werd een boetedoening van 40 opeenvolgende uren van onthouding voorgeschreven.
De vastentijd is ontstaan als een manier voor kandidaten om zich voor te bereiden op het doopsel, dat met Pasen zou plaatsvinden. In de vierde eeuw werd dit voorbereidend vasten gerechtvaardigd als een middel om het lichaam te reinigen van onzuiverheden en verzoening te doen voor de zonde. Spoedig begonnen ook andere leden van de gemeenschap te vasten ter ondersteuning van degenen die zich op het doopsel voorbereidden en om hun eigen geloof opnieuw te bevestigen.
In de vijfde eeuw was slechts één maaltijd per dag toegestaan, gewoonlijk ’s avonds genuttigd. Voor dit vlees waren vlees, vis, eieren en zuivelproducten verboden. Alleen water vooraf was toegestaan. In de achtste eeuw werd de maaltijd genuttigd na het Geen-uur-gebed (het negende uur van de Romeinse dag, of ongeveer 15.00 uur) – een praktijk die in de veertiende eeuw was geëvolueerd tot de huidige middagmaaltijd. Een licht ontbijt en een avondsnack werden al gauw een aanvaardbaar onderdeel van wat steeds minder een vasten was.
Om nog onduidelijke redenen werd het verbod op het eten van vis als eerste opgeheven, in de negende eeuw – mogelijk omdat vis zo nauw met het christendom werd geassocieerd, mogelijk omdat vis geen vlees was. Dit werd gevolgd door een versoepeling van het verbod op zuivelproducten.
De Rooms-Katholieke Kerk ging toen over tot wat een gebruikelijk patroon werd – het formaliseren als voedingsregels voor de vastentijd van de eetgewoonten die reeds door de algemene bevolking werden beoefend. Aangezien de winter voor de meeste boeren in de 14e eeuw een gedwongen periode van onthouding was, kan het opleggen van vasten door de kerk een religieuze bekrachtiging zijn geweest van de realiteit van een seizoensgebonden periode van honger.
Geef een antwoord