Embryo

Het embryo is het beginstadium van de ontwikkeling van een levend wezen terwijl het zich in de eicel of baarmoeder van de vrouw bevindt. In het specifieke geval van de mens geldt de term tot de achtste week na de conceptie (bevruchting). Vanaf de twaalfde week wordt het embryo een foetus genoemd. Bij zich seksueel voortplantende organismen leidt de versmelting van sperma en eicel in het proces dat bevruchting wordt genoemd, tot de vorming van een zygote, die een combinatie van DNA van beide ouders bevat.

Na de bevruchting begint de zygote aan een delingsproces, dat resulteert in een toename van het aantal cellen, blastomeren genoemd. Vervolgens begint een proces van celdifferentiatie, dat bepalend zal zijn voor de vorming van de verschillende organen en weefsels volgens een vast patroon om uiteindelijk een organisme te doen ontstaan.

Tijdens dit proces van celdifferentiatie kunnen we drie stadia onderscheiden: blastulatie, gastrulatie en organogenese. Aan het einde van de embryonale ontwikkeling wordt het resulterende organisme een foetus genoemd en zal het zijn ontwikkeling voltooien tot het tijdstip van de geboorte.

• 

  Menselijk embryo van vijf weken

• 

  Menselijk embryo van negen weken

Menselijk embryo van negen weken

.

• 

  Doorsnede van een muizenembryo, microscopisch bekeken

• 

  Tien weken oude menselijke foetus. Therapeutisch geaborteerd

• 

  Diagram van een kippenembryo op de negende dag, binnenin het organische vat dat bekend staat als een ei.