Ecologische validiteit
On november 14, 2021 by adminIn de gedragswetenschappen wordt ecologische validiteit vaak gebruikt om te verwijzen naar het oordeel of de variabelen en conclusies van een bepaalde studie voldoende relevant zijn voor de populatie (b.v. de “real-world” context). Auteurs als Brewer beweren dat dit gebruik verband houdt met de oorspronkelijke betekenis van Brunswik, die pleitte voor een “representatief ontwerp”. Brunswik was echter bezorgd over de vraag of de test- en extrapolatiesettings met elkaar overeenkwamen in termen van correlaties tussen cues – niet over een meer algemeen begrip of realisme. Degenen die deze gewijzigde betekenis van ecologische validiteit gebruiken, vinden deze niet in een statistische opvatting van de algemeenheid van bevindingen over settings heen of in statistische uitspraken die verband houden met de methodologische geldigheid van een studie (d.w.z. gevolgtrekkingen die worden gemaakt over de bestudeerde variabelen). In wezen is ecologische validiteit een impressionistisch commentaar op de relatieve sterkte van de implicatie(s) van een studie voor het beleid, de samenleving, de cultuur, enz. in plaats van op gevolgtrekkingen met betrekking tot de gegeven variabelen. Het is een subjectief gelijkheidsoordeel zoals bedoeld in Tversky en Kahneman’s representativiteitsheuristiek.
De oorspronkelijke betekenis van ecologische validiteit definieert het eng als een eigenschap van stimuli in perceptuele experimenten. “Ecologische validiteit” weerspiegelt de correlatie in de echte wereld tussen een cue en een of ander criterium.
Geef een antwoord