Disfluency vs. Dysfluency: Wat zit er in een naam? – STOTTER IK?
On januari 25, 2022 by adminMensen hebben ons erop gewezen dat wij bij Did I Stutter regelmatig de term ‘dysfluent’ gebruiken in plaats van het conventionele ‘disfluent’. Dit was en is voor ons een zeer bewuste keuze. Hoewel dit verschil in sommige opzichten pietluttig is, moet u de taalkundige nerd in mij toch even een plezier doen. Voor ons toont het gebruik van deze twee schrijfwijzen, deze twee voorvoegsels, het uiteenlopende politieke begrip van stotteren tussen de gehandicaptenstudies/rechtenbeweging en de gemedicaliseerde disciplines en industrieën.
Wat is nu het verschil: dis- vs. dys- ?
Dis- is oorspronkelijk een Latijns voorvoegsel dat “gebrek aan” of “niet” betekent. Het wordt gebruikt als een vrij eenvoudige ontkenning (zoals in de gevallen van “dislike” en “disavow”), verwijdering (zoals in “dismember”), of omkering (zoals in “disassociate”) (OED).
De term “disfluency” wordt op soortgelijke wijze gebruikt om een type spraak aan te duiden dat louter niet vloeiend is. Het is een steriele en klinische term die onze wilde vormen van spraakvariatie verandert in een eenvoudig gebrek of falen, afgezet tegen de veronderstelde normaliteit en wenselijkheid van vloeiend spreken. Disfluent’ verbergt zijn waarden achter een schijnbare objectiviteit.
Dys- is oorspronkelijk een Grieks voorvoegsel dat “slecht, moeilijk” betekent of “de goede zin van een woord teniet doet, of de slechte zin ervan vergroot” (OED). In tegenstelling tot dis- is dys- geen eenvoudige ontkenning, maar duidt het op een overtreding: er is iets fout gegaan, vooral in morele zin.
Daarom vinden wij ‘dysfluency’ een veel eerlijker term dan ‘disfluency’. Terwijl ‘disfluent’ veinst objectief en steriel te zijn, erkent ‘dysfluent’ dat wanneer we stotteren we niet gewoon een gebrek vertonen, maar dat we de hele morele code overtreden van hoe de maatschappij verwacht dat we spreken. Stotteren is ongehoorzaam zijn, het overschrijden van de nauwe grenzen van de valide spraak.
Chris Constantino beweerde onlangs dat stotteren een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid is. Het gebruik van de term ‘dysfluent’ helpt ons in DIS ons bewust te worden van de subversieve mogelijkheden van onze onvoorspelbare en weerbarstige spraak. Als stotteren grensoverschrijdend is, laten we ons dat dan toe-eigenen en het tot het onze maken.
Hoe mensen woorden gebruiken is natuurlijk veel belangrijker dan hoe ze gespeld worden, en dat stelt duidelijke grenzen aan de waarde van woordanalyses. Mensen die ‘disfluent’ gebruiken, zijn niet noodzakelijk gebonden aan gemedicaliseerde noties van spreken en kunnen het nog steeds gebruiken om iets transgressiefs te betekenen. Maar het feit dat ‘disfluent’ de geaccepteerde norm is binnen de gemedicaliseerde gemeenschappen, dwingt mij op zichzelf al om mijn spraak anders te beschrijven. Er is niets klinisch aan hoe ik praat. Onze stemmen zijn allesbehalve een gebrek.
-Josh
Geef een antwoord