Cohesie en afschilfering van het stratum corneum van de epidermis
On november 15, 2021 by adminDit artikel tracht een uitvoerig overzicht te geven van de rol van verschillende klassen moleculen in de cohesie en afschilfering van het stratum corneum. In het eerste deel van deze monografie wordt een overzicht gegeven van de epidermale differentiatie in vivo en vitro, waarbij de expressie en functies van een aantal belangrijke structurele moleculen die dit proces karakteriseren, worden beschreven. In het tweede deel leggen we de nadruk op terminale differentiatie en de biogenese van het stratum corneum. Het stratum corneum is een cellaag die uniek is voor volledig gedifferentieerde plaveiselepithelia zoals de huid. Hoewel het een dood stratum is, is het toch in een homeostatisch proces van voortdurende vervelling en vernieuwing synchroon met de replicatie van basale cellen. Het is ook een afbrekende laag die veel proteïnasen en glycosidasen bevat waarin een verscheidenheid van intracellulaire en intercellulaire macromoleculen worden afgebroken. Wij belichten de moleculen die gelokaliseerd zijn in de intercorneale matrix en die hoogstwaarschijnlijk een rol spelen in cohesie en afschilfering, waaronder: glycoproteïnen, lipiden en enzymen. Omdat het moeilijk is het stratum corneum en de afschilfering in het eigen weefsel te bestuderen, bespreken we een aantal modelsystemen die zijn gebruikt. Het stratum corneum kan op verschillende manieren worden gedispergeerd in afzonderlijke squames; dit omvat zowel mechanische dispersie als middelen zoals detergenten en enzymen. De opgeloste moleculen en de overblijvende structuren kunnen vervolgens worden bestudeerd op hun specifieke rol in de afschilfering. Met deze aanpak is het mogelijk meerlagige structuren te reconstrueren die lijken op een echt stratum corneum. We hebben aangetoond dat glycoproteïnen een sleutelrol spelen in squame reaggregatie en dat dit proces kan worden gemoduleerd met aminosuikers op een lectine-achtige wijze. Cohesie en afschilfering kunnen ook bestudeerd worden in weefselkweek. Afhankelijk van het kweeksysteem varieert de mate van terminale differentiatie en squame accumulatie. Desquamatie komt normaal niet voor. Het kan echter worden geïnduceerd door de opname van exogene agentia, zoals IFN-gamma, die in de inheemse epidermis worden aangetroffen maar in vitro afwezig zijn. Modulatie van afschilfering door andere exogene agentia zal waarschijnlijk meer kennis opleveren over hoe afschilfering in vivo plaatsvindt. Ook studies van schilferende huidaandoeningen hebben inzicht verschaft. De glycoproteïne- en lipideprofielen in het stratum corneum zijn gewijzigd bij vele ziekten van afwijkende terminale differentiatie. Een aantal afwijkingen in de niveaus van cytokines en groeifactoren zijn ook gerapporteerd in het lesionale weefsel van dergelijke ziekten.(ABSTRACT VERTROKKEN OP 400 WOORDEN)
Geef een antwoord