CMV Actie

Moet ik borstvoeding blijven geven als mijn baby wordt behandeld met antivirale medicatie?

Ja, u kunt borstvoeding blijven geven als uw baby wordt behandeld met antivirale medicatie.

Mijn kind heeft congenitale CMV, lopen andere mensen ook risico op een CMV-infectie?

Als uw kind is geboren met congenitale CMV en nog steeds een actieve infectie heeft, kunnen anderen deze infectie oplopen door nauw contact met hun lichaamsvloeistoffen.

Als ik een baby krijg met congenitale CMV, kan mijn volgende baby dan ook congenitale CMV krijgen?

Er is weinig informatie over de risico’s van het krijgen van een tweede kind met congenitale CMV.

Het risico van het krijgen van een tweede baby met CMV-symptomen als gevolg van het reactiveren van uw oorspronkelijke virus is eigenlijk heel laag – ongeveer 0,01% of 1 op de 10.000. Over het algemeen wordt vrouwen geadviseerd een jaar na de bevalling te wachten met het krijgen van een tweede kind om dit risico zoveel mogelijk te verkleinen.

Het risico van herinfectie met een andere stam van CMV blijft echter bestaan en daarom is het belangrijk dat alle zwangere vrouwen eenvoudige hygiënische voorzorgsmaatregelen nemen, zelfs als ze al eerder CMV hebben gehad.

Moet de crèche of school van mijn kind speciale voorzorgsmaatregelen nemen?

Rongeveer een kwart van de jonge kinderen zal al drager zijn van het virus. Daarom is het niet nodig dat onderwijsinstellingen uw kind anders behandelen dan andere kinderen. Alle kinderen waarmee zij werken kunnen een actieve CMV-infectie hebben.

Alle kinderdagverblijven en scholen moeten ervoor zorgen dat het personeel goede hygiënische voorzorgsmaatregelen neemt voor alle kinderen. Dit betekent handen wassen na het verschonen van de luiers, bekers en bestek niet delen met kinderen en speelgoed regelmatig wassen. Het is aangetoond dat deze eenvoudige hygiënemaatregelen het risico op het oplopen van CMV verkleinen.

Moet ik nagaan of mijn kind nog steeds het virus uitscheidt?

De meeste kinderen met congenitale CMV zullen het virus uitscheiden (wat betekent dat het aanwezig zal zijn in hun lichaamsvloeistoffen) tot peuter- en kleuterleeftijd. Zuigelingen en kinderen die CMV oplopen nadat ze geboren zijn, zullen ook CMV uitscheiden. Het virus heeft bij elk kind een ander effect en de duur van de virusuitscheiding kan variëren van enkele maanden tot acht jaar, en mogelijk langer.

Het is niet nodig steeds te controleren of uw kind het virus nog actief heeft in zijn urine of speeksel, omdat de aanwezigheid ervan geen problemen lijkt te beïnvloeden of te voorspellen. Bovendien mogen scholen en kinderdagverblijven niet eisen dat uw kind op CMV wordt getest voordat zij uw kind toelaten. Uw kind mag niet de toegang tot crèches of onderwijs worden ontzegd vanwege de diagnose congenitale CMV-infectie.

Kan CMV worden overgedragen via eicel- of spermadonatie tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen?

Er is weinig bewijs hierover. CMV is geïdentificeerd in sperma, maar de risico’s van overdracht van CMV via donorsperma zijn niet gekwantificeerd. Het is niet bekend of CMV kan worden overgedragen via eiceldonatie en of de risico’s groter of kleiner zijn dan bij spermadonatie. Ondanks een relatief laag risico kan een congenitale CMV-infectie door gedoneerd sperma niet worden uitgesloten.