Closed Reduction and Percutaneous Pinning Versus Open Reduction and Internal Fixation for Type II Lateral Condyle Humerus Fractures in Children Displaced >2 mm
On oktober 18, 2021 by adminAchtergrond: De optimale behandeling voor pediatrische laterale condylus fracturen >2 mm verplaatst, maar met weinig gewrichtsverplaatsing is onduidelijk. Het doel van deze studie was het beoordelen van klinische en radiografische resultaten en complicatiepercentages van patiënten die open reductie interne fixatie (ORIF) versus gesloten reductie en percutane pin fixatie (CRPP) van laterale condyl fracturen ondergingen met >2 mm verplaatsing en geen duidelijke articulaire oppervlakte incongruentie.
Methoden: Een retrospectieve review van alle kinderen met acute laterale condylusfracturen met 2,1 tot 5,0 mm verplaatsing behandeld van 2006 tot 2014 werd uitgevoerd. In totaal werden 74 patiënten behandeld die voldeden aan de inclusiecriteria; 51 ondergingen ORIF en 23 ondergingen CRPP. Er bestonden geen verschillen tussen de 2 groepen met betrekking tot leeftijd, geslacht, extremiteit, mechanisme van het letsel, tijd tot behandeling, fractuurverplaatsing of fractuurclassificatie. De grafieken en röntgenfoto’s werden beoordeeld en de volgende parameters werden gedocumenteerd: tijd in de operatiekamer, tijd tot unie, terugkeer naar activiteiten, grootte van laterale spurring en complicaties. Belangrijke complicaties werden gedefinieerd als die met vermoedelijke gevolgen op lange termijn of die een heroperatie noodzakelijk maakten.
Resultaten: Alle fracturen genazen binnen 12 weken na de operatie, ongeacht het type behandeling en er werden geen verschillen waargenomen in tijd tot unie tussen de groepen. De OK tijd was gemiddeld 30 minuten sneller voor de CRPP groep (P<0.001). Bijna 10% van de patiënten in elke groep ontwikkelde elleboogstijfheid, waarvoor formele therapie nodig was. De totale complicatiecijfers waren 25% voor de ORIF-groep en 13% voor de CRPP-groep (P=0,36). Er werden geen belangrijke complicaties waargenomen in de CRPP groep, terwijl er 3 (6%) werden waargenomen in de ORIF groep, waaronder 1 geval van avasculaire necrose, 1 geval van osteomyelitis met een geassocieerde voortijdige fyseale sluiting, en 1 refractuur waarvoor chirurgie nodig was.
Conclusies: Chirurgische behandeling van laterale condylus fracturen verplaatst >2 mm, maar zonder significante articulaire oppervlakte incongruentie heeft goede uitkomsten met zowel CRPP als ORIF. CRPP minimaliseert echter de operatietijd, vermijdt een incisie en is daarom onze voorkeursbehandeling wanneer gewrichtscongruïteit kan worden bevestigd.
Niveau van bewijs: Niveau III-therapeutisch onderzoek.
Geef een antwoord