Bedreigingsreflex
On oktober 15, 2021 by adminDe bedreigingsreactie is een van de drie vormen van de knipperreflex. Het is de reflex die optreedt als reactie op de snelle nadering van een voorwerp. De reflex omvat het knipperen van de oogleden, om de ogen te beschermen tegen mogelijke schade, maar kan ook het draaien van de kop, nek, of zelfs de romp omvatten, weg van de optische stimulus die de reflex teweegbrengt.
Het stimuleren van de dreigreflex wordt gebruikt als een diagnostische procedure in de diergeneeskunde, om te bepalen of het visuele systeem van een dier, in het bijzonder de corticale zenuw, zenuwbeschadiging heeft opgelopen. Corticale schade, in het bijzonder hersenletsels, kunnen leiden tot verlies van de dreigreflex terwijl de andere knipperreflexen, zoals de verblindingsreflex, onaangetast blijven. De aan- of afwezigheid van de dreigreflex, in combinatie met andere reflexen, wijst op een plaats van beschadiging. Bijvoorbeeld, een dier met polioencephalomalacia zal de dreigreflex missen, maar zal nog steeds de pupillaire lichtreflex hebben. Polioencephalomacia beschadigt de visuele cortex, waardoor de dreigreflex wordt aangetast, maar laat de oogzenuw, de nucleus oculomotoricus en de nervus oculomotoricus intact, waardoor de pupillichtreflex onaangetast blijft. Daarentegen zal een dier met oculaire hypovitaminose-A lijden aan degeneratie van de oogzenuw, en zo’n dier vertoont een gebrek aan beide reflexen.
Het testen van de dreigreflex moet met zorg worden gedaan. Het zwaaien van een voorwerp dicht bij de ogen of het gezicht van een dier toont niet noodzakelijk een functionerende dreigreflex aan, gedeeltelijk omdat het dier dergelijke voorwerpen kan waarnemen en erop kan reageren via andere zintuigen dan het gezichtsvermogen. Bij het klinisch testen van de dreigreflex worden meestal voorzorgsmaatregelen genomen, zoals het zwaaien met een voorwerp van achter een glazen plaat, om het dier af te schermen tegen eventuele tocht veroorzaakt door de beweging van het voorwerp door de lucht, die het anders zou kunnen waarnemen. Dergelijke reacties op niet-visuele stimuli zijn een wijdverbreide oorzaak van fout-positieven en fout-negatieven wanneer huisdiereigenaren hun eigen dieren testen op de aanwezigheid van de dreigreflex.
De neurale route van de dreigreflex omvat de optische (II) en gezichts (VII) zenuwen. Het wordt gemedieerd door tectobulbar vezels in de rostrale colliculi van de middenhersenen die van de optische tractus naar de accessoire kernen gaan, en vandaar naar het ruggenmerg en de lagere motorische neuronen die de hoofd-, nek- en lichaamsspieren bedienen die door de reflex worden beïnvloed. De gezichtszenuw wordt bemiddeld via een corticotectopontocerebellaire baan.
Geef een antwoord