Bathory (film)

De film is gebaseerd op het verhaal van Erzsébet Bathory, een Hongaarse gravin in de 16e en 17e eeuw. Haar verhaal speelt zich af in een deel van het Koninkrijk Hongarije dat nu Slowakije is. In deze hervertelling is de gravin een genezeres die medische experimenten en rudimentaire autopsies uitvoert in een “hospitaal” onder haar kasteel. Ze krijgt een relatie met een vermeende heks, Darvulia, die haar van vergiftiging redt. De heks belooft Erzsebet een zoon en eeuwige schoonheid. In ruil daarvoor moet Erzsebet zowel haar liefde als haar reputatie opofferen. Darvulia wordt Erzsebets metgezel. Intussen sterven er meisjes in de omgeving door schijnbaar ongerelateerde oorzaken, en Erzsebet wordt gezien terwijl ze baadt in een grote badkuip met rode vloeistof, terwijl de nu verminkte lijken van de meisjes in de buurt worden begraven. Twee monniken concluderen later dat het water geen bloed is, maar gewoon rood is gekleurd door kruiden.

Na de dood van haar man Ferenc Nádasdy krijgt Erzsébet ruzie met zijn sluwe vriend György Thurzó, die probeert haar een aanzoek te doen op de begrafenis van haar man. Thurzo’s minnares, die begaafd is met kruiden, biedt aan hem te helpen wraak te nemen voor de afwijzing. Kort daarna krijgt Erzsebet surrealistische visioenen en episodes. Tijdens een van deze steekt ze een vrouw dood met een schaar. Daarna biecht ze aan Darvulia op dat ze droom en werkelijkheid niet meer uit elkaar kan houden. Darvulia ontdekt dat iemand hallucinogene paddestoelen in Erzsébet’s drankjes heeft gedaan; Erzsébet kan zich niets meer herinneren en denkt dat Darvulia daarvoor verantwoordelijk is. Ze laat de vrouw eruit gooien. Thurzó en zijn vrouw nemen Darvulia gevangen en martelen haar, waarbij ze haar tong afsnijden. Voordat ze sterft, schrijft ze de naam van Thurzó in bloed op de muur van haar cel. Erzsébet zweert wraak op hem.

Thurzó schakelt Erzsébets schoonzonen en andere bondgenoten in om haar te vervolgen voor hekserij. Wanneer hun plannen herhaaldelijk mislukken, nemen ze de gravin toch gevangen en martelen leden van haar huishouding om te proberen belastende informatie te verkrijgen. De bedienden worden geëxecuteerd voor hun vermeende misdaden, en Erzsébet wordt gevangen gezet. Wanhopig over haar scheiding van haar zoon, gaat ze op bed liggen en begint een hymne te zingen; de vlammen van haar kaarsen stijgen op en overspoelen haar met vlammen. Bij het horen van haar dood geeft Thurzo toe dat zij weer de zet heeft gedaan die hij het minst verwachtte, zoals toen zij eens samen schaak speelden, en hij geeft toe dat hij altijd van haar heeft gehouden.