Bariet

Bariet, ook baryten of zwaarspar genoemd, het meest voorkomende bariummineraal, bariumsulfaat (BaSO4). Bariet komt voor in hydrothermale ertsaders (vooral die met lood en zilver), in sedimentgesteenten zoals kalksteen, in kleiafzettingen gevormd door de verwering van kalksteen, in mariene afzettingen, en in holten in stollingsgesteente. Het vormt gewoonlijk als grote tabulaire kristallen, als rozetachtige aggregaten van die kristallen, of als divergerende platen bekend als gekuifd bariet. Commercieel wordt gemalen bariet gebruikt in boorspoelingen voor olie- en gasbronnen, bij de bereiding van bariumverbindingen, als vulstof voor papier, doek en grammofoonplaten, als wit pigment (zie lithopoon) en als inerte stof in gekleurde verven. Het vormt een vaste oplossingsreeks met celestine, waarin strontium barium vervangt. Voor gedetailleerde fysische eigenschappen, zie sulfaatmineraal (tabel).

In het begin van de 21e eeuw waren China en India ’s werelds grootste producenten van bariet geworden, en er werden ook aanzienlijke hoeveelheden gedolven door de Verenigde Staten, Marokko en Iran.