Arsuf

Arsuf, ook bekend als Arsur of Apollonia, was een oude stad binnen het Koninkrijk, gelegen op een klif boven de Middellandse Zee. In 1191 werd op de vlakte rond Arsuf de Slag bij Arsuf geleverd.

Geschiedenis

Eerdere geschiedenis

Gesticht door Feniciërs in de 6e tot 5e eeuw v. Chr. maakte Arsuf aanvankelijk deel uit van het Perzische Rijk. Tijdens de Hellenistische periode werd het echter een ankerplaats die onder de heerschappij van de Seleuciden viel en werd omgedoopt tot Apollonia. Later, onder de Romeinse heerschappij, nam de omvang van de stad toe en werd het een belangrijke nederzetting langs de Via Maris, de kustweg. In 113 na Chr. werd de stad gedeeltelijk verwoest door een aardbeving, maar herstelde zich snel en ontwikkelde handel met Italië en Noord-Afrika. In 640 na Chr. werd de Semitische naam Arsuf door de moslims in ere hersteld en werd de stad omringd door een versterkte muur om de voortdurende aanvallen van Byzantijnse vloten vanuit zee te weerstaan. In 1101 viel Arsuf in handen van een leger kruisvaarders onder leiding van Baldwin I van Jeruzalem. De kruisvaarders, die de stad Arsur noemden, herbouwden de muren van de stad en stichtten de heerlijkheid Arsur in het Koninkrijk Jeruzalem. In 1187 werd Arsuf echter opnieuw veroverd door de islamitische Saracenen.

Derde Kruistocht

In 1191 vond in de buurt van Arsuf een grote veldslag plaats tussen de strijdkrachten van Richard Leeuwenhart en Saladin. De huurmoordenaar Altaïr Ibn-La’Ahad trok het gebied binnen op zoek naar Robert de Sable, die zich met Richard zou herenigen voor een briefing in de aanstaande veldslag. Kruisvaarders en Saraceense verkenners waren verspreid over de vlakten, terwijl het grootste deel van het leger zich via de kustweg verplaatste. Altaïr vocht zich een weg door de vlakte en doodde vele soldaten, zowel kruisvaarders als Saracenen.

Bij het bereiken van het kampement werd de Assassin omsingeld door leden van de Tempeliers, maar Richard gaf hem de kans om te spreken. Altaïr beschuldigde de Sabel ervan in het geheim een complot te smeden om de Engelse koning te ondermijnen, maar zijn opmerking werd door de Grootmeester van de Tempelorde van tafel geveegd. Om de zaak te beslechten, stuurde Richard de twee naar een laatste duel, zodat de man “wiens kant God begunstigt” zou winnen. Altaïr werd vervolgens geconfronteerd met een dozijn Tempeliers en Robert, maar hij wist het gevecht te winnen, ondanks de ongunstige kansen. In zijn laatste adem liet Robert hem weten dat Al Mualim, de Mentor van de Levantijnse Moordenaars, in het geheim een bondgenoot van de Tempeliers was geweest. Hierna vertrok de huurmoordenaar, met Richard’s toestemming, naar Masyaf om zijn meester te confronteren. De kruisvaarders kwamen als overwinnaars uit de Slag bij Arsuf, en namen vervolgens de controle over de stad over.

Moderne tijden

In 1261 werd Arsuf geregeerd door de Hospitaalridders, hoewel het in 1265, na een beleg van 40 dagen, werd veroverd door Sultan Baibars. De Mamluks verwoestten vervolgens de stad volledig uit vrees voor de terugkeer van de kruisvaarders. De overblijfselen van het fort en de stad stonden er nog in de moderne tijd, binnen de jurisdictie van het Apollonia Nationaal Park in Herzliyya, Israël. In 1995 werd ten noorden van het fort een nieuw dorp gesticht met de naam Arsuf.

Appearances

• Assassin’s Creed (eerste verschijning)
• Assassin’s Creed: The Secret Crusade