Adrenerge en cholinerge receptoren in het hart
On december 19, 2021 by adminAdrenerge receptoren (adrenoceptoren) zijn receptoren die adrenerge agonisten binden, zoals de sympathische neurotransmitter NE en het circulerende hormoon epinefrine (EPI). De belangrijkste adrenoceptor in het hart (de coronair vasculaire adrenoceptoren niet meegerekend) is de β1-adrenoceptor. Bij activering door een β1-agonist zoals NE of EPI neemt de hartfrequentie toe (positieve chronotropie), neemt de geleidingssnelheid toe (positieve dromotropie), neemt de contractiliteit toe (positieve inotropie) en neemt de relaxatiesnelheid van de myocyten toe (positieve lusitropie).
Er zijn ook β2-adrenoceptoren in het hart en stimulatie door β2-agonisten heeft vergelijkbare cardiale effecten als stimulatie door de β1-adrenoceptor. De β2-adrenoceptoren worden functioneel belangrijker bij hartfalen omdat de β1-adrenoceptoren worden gedeactiveerd.
NE kan zich ook binden aan α1-adrenoceptoren die op myocyten worden aangetroffen om kleine verhogingen van de inotropie te veroorzaken. Circulerende catecholamines (epinefrine) die door het bijniermerg worden afgegeven, binden zich ook aan dezelfde alfa- en bèta-adrenoceptoren in het hart.
Naast sympathische adrenerge zenuwen wordt het hart ook geïnnerveerd door parasympathische cholinerge zenuwen die afkomstig zijn van de nervus vagus. Acetylcholine (ACh), vrijgegeven door deze vezels, bindt zich aan muscarine-receptoren in de hartspier, vooral bij de SA- en AV-knopen die een grote vagale innervatie hebben. ACh dat door de nervus vagus wordt afgegeven, bindt zich aan M2 muscarinereceptoren, een subklasse van cholinerge receptoren. Dit veroorzaakt negatieve chronotropie en dromotropie in het hart, evenals negatieve inotropie en lusitropie in de atria (de negatieve inotropische en lusitropische effecten van vagale stimulatie zijn relatief zwak in de ventrikels).
De autonome zenuwuiteinden bezitten ook adrenerge en cholinerge receptoren (prejunctionele receptoren) die functioneren om de afgifte van NE te reguleren (niet afgebeeld in figuur). Prejunctionele α2-adrenoceptoren remmen de afgifte van NE, terwijl prejunctionele β2-adrenoceptoren de afgifte van NE vergemakkelijken. Prejunctionele M2-receptoren remmen de afgifte van NE, hetgeen een van de mechanismen is waardoor vagale stimulatie de sympatische stimulatie in het hart overstemt.
Er zijn geneesmiddelen beschikbaar voor het blokkeren van adrenerge en cholinerge receptoren. Bètablokkers worden bijvoorbeeld gebruikt bij de behandeling van angina, hypertensie, hartritmestoornissen en hartfalen. Muscarine-receptorblokkers zoals atropine worden gebruikt voor de behandeling van elektrische storingen (b.v. bradycardie en geleidingsstoornissen) die verband houden met overmatige vagale stimulatie van het hart. Veel van deze adrenerge en cholinerge blokkers zijn relatief selectief voor een specifiek receptorsubtype.
herzien 4/23/2014
Geef een antwoord