Aanpassingen van het jachtluipaard

Aanpassing in een populatie van levende wezens vindt plaats als gevolg van een adaptieve eigenschap. Dit is elke overerfbare eigenschap die de overlevingskans verhoogt, zodat het dier langer kan leven, zich langer kan voortplanten en meer nakomelingen kan krijgen (die ook die eigenschap hebben). Aanpassingsvermogen kan een dier beter in staat stellen voedsel te vinden, een veiliger onderkomen te vinden, aan roofdieren te ontsnappen, kou of hitte te overleven of gebrek aan water te hebben.
Dacht wordt dat de cheetah het snelste landdier ter wereld is. Hij kan in korte spurten snelheden bereiken tot 70 mph (112 kph) terwijl hij een prooi achtervolgt. Deze snelheid is het resultaat van verschillende adaptieve eigenschappen die samenwerken. Hij heeft een tenger postuur en lange poten, die niet alleen de snelheid maar ook de behendigheid tijdens de achtervolging bevorderen. Door hun behendigheid kunnen ze snel van richting veranderen om rennende prooien te volgen.
Hun vlekken dienen als camouflage terwijl ze wachten in het hoge gras of hoog in het gevlekte licht van een acaciaboom. Hun zeer lange staart helpt bij het evenwicht wanneer ze rennen en springen. Zij zijn ook de enige kat zonder intrekbare klauwen, dus misschien is het ingraven met hun klauwen een andere factor in hun rencapaciteiten. Dit zijn allemaal fysieke aanpassingen die de cheetah tot een succesvol roofdier op de Afrikaanse savanne maken.