55 Verzen over Lofprijs en Aanbidding in de Bijbel
On september 19, 2021 by adminGod woont te midden van de lofprijzing van zijn volk, daarom zal dit artikel je helpen om meer te begrijpen over Lofprijs en Aanbidding in de Bijbel. NKJV-2015.
Vers over Lofprijs en Aanbidding
Genesis 29:35
Ze werd opnieuw bevrucht en baarde een zoon, en ze zei: “Deze keer zal ik de HEER loven.” Daarom noemde zij zijn naam Juda. En zij hield op te baren (Ge 29:35).
Exodus 15:2
De HEERE is mijn sterkte en mijn lied; Hij is mijn heil geweest. Dit is mijn God! Ik zal Hem loven; de God van mijn vader! Hem zal ik prijzen (Ex 15:2).
Exodus 15:11
Wie is als Gij, o HEER, onder de goden? Wie is als Gij, majesteitelijk in heiligheid, vreeswekkend in lofwaardige daden, een verwonderaar van wonderen? (Ex 15:11).
Deuteronomium 3:24
O HEERE God, Gij zijt begonnen Uw knecht Uw grootheid en Uw machtige hand te tonen. Want welke god is er in de hemel of op aarde die doet als uw werken en als uw machtige daden? (Deut 3:24).
Judges 5:3
Hoor, o koningen; geef gehoor, o heersers: Ik zal den HEERE zingen; ik zal den HEERE, den God Israëls, psalmen zingen (Judg 5:3).
1 Samuël 2:2
Er is niemand heiliger dan den HEERE, want er is niemand buiten U; er is geen rots gelijk onzen God (1 Sa 2:2).
2 Samuël 7:22
Daarom zijt Gij groot, o HEERE God; want er is niemand gelijk U, en er is geen God naast U, naar alles wat wij met onze oren gehoord hebben (2 Sa 7:22).
1 Kronieken 16:34
Prezen zij de HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid duurt eeuwig! (1 Chr 16:34).
1 Kronieken 29:11
Dijn, o HEERE, is de grootheid, de macht, de heerlijkheid, de luister en de majesteit; want alles wat in de hemelen en op de aarde is, is van U. Van U is het koninkrijk, o HEERE, en Gij verheft U als hoofd over allen (1 Chr 29:11).
2 Kronieken 20:22
Toen zij begonnen te zingen en te loven, zette de HEERE hinderlagen tegen de kinderen van Ammon, de kinderen van Moab en de kinderen van het heuvelland Seir, die tegen Juda gekomen waren, en zij werden verslagen (2 Chr 20:22).
Job 1:20-21
Toen stond Job op, en scheurde zijn kleed, en scheerde zijn hoofd, en viel ter aarde, en aanbad. En hij zeide: Naakt ben ik uit mijn moeders schoot gekomen, en naakt zal ik daarheen terugkeren. De HEERE heeft gegeven, en de HEERE heeft weggenomen; gezegend zij de Naam des HEEREN! (Job 1:20-21).
Isaia 12:1
Op die dag zult gij zeggen: ‘Ik dank U, HEER! Hoewel U boos op mij was, heeft Uw toorn zich afgewend, en U hebt mij getroost (Jesaja 12:1)
Isaja 25:1
O HEERE, U bent mijn God! Ik zal u verheffen, ik zal uw naam prijzen, want u hebt wonderbaarlijke dingen gedaan. Van oudsher zijn Uw ontwerpen getrouw en waarachtig (Jesaja 25:1).
Isaja 38:20
De HEERE heeft beloofd mij te redden. Daarom zullen wij onze melodieën spelen in het huis van de HEERE, al de dagen van ons leven (Js 38:20.
Isaja 42:12
Geef eer aan de HEERE; verkondig Zijn lof in de kustlanden (Js 42:12).
Isaja 43:21
Dit is het volk dat ik voor mijzelf heb gevormd; het zal mijn lof verkondigen (Jes. 43:21).
Daniël 2:23
U, o God van mijn vaderen, dank en loof ik, want U hebt mij wijsheid en macht gegeven. En nu hebt gij mij bekend gemaakt wat wij u gevraagd hebben, want gij hebt ons de zaak van de koning bekend gemaakt (Da 2:23).
Daniël 4:37
Nu prijs en verhef en verheerlijk ik, Nebukadnezar, de Koning van de hemel, want al zijn werken zijn waarheid en zijn wegen zijn gerechtigheid. Hij is bij machte de hoogmoedigen te verootmoedigen (Da 4:37).
Habakkuk 3:17-18
Al bloeit de vijgenboom niet, al is er geen vrucht aan de wijnstokken, al gaat de opbrengst van de olijfboom verloren, en brengen de akkers geen voedsel voort, al laten de schapen van de kudde het afweten, en zijn er geen koeien in de stal; toch zal ik mij in de HERE verblijden, en mij verheugen in de God van mijn heil (Hab 3:17-18).
Mattheus 2:11
Toen zij in het huis kwamen, zagen zij het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neer en aanbaden Hem. Toen openden zij hun schatten en boden hem geschenken van goud en wierook en mirre aan (Mt 2,11).
Matheüs 14,33
Toen aanbaden zij die in de boot waren hem en zeiden: ‘Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God! (Matt 14:33).
Mattheus 21:9
De scharen die hem voorgingen en zij die hem volgden, riepen, zeggende: Hosanna aan de Zoon van David! Gezegend is Hij die komt in de naam des Heren! Hosanna in de hoogste!
Luke 17:16
En hij viel op zijn aangezicht aan de voeten van Jezus, Hem dankzeggende. En deze man was een Samaritaan (Lc 17:16).
Johannes 4:24
God is geest; en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid (Joh 4:24).
Acts 16:25-26
Omstreeks middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen lofzangen op God, en de gevangenen luisterden naar hen. Toen kwam er plotseling een grote aardbeving, zodat de fundamenten van de gevangenis werden geschud. Meteen werden alle deuren geopend en werden ieders ketenen losgemaakt (Handelingen 16:25-26).
Kolossenzen 3:16
Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen, elkander lerend en vermanend in alle wijsheid met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende met Gods genade in uw hart (Kol 3:16).
Hebreeën 13:15
Daarom laten wij door Hem God altijd een lofoffer brengen; dat is de vrucht van lippen die Zijn naam belijden (Hebr. 13:15).
Openbaring 5:11-12
En ik zag, en hoorde de stem van vele engelen rondom de troon en van de levende wezens en van de oudsten. Zij waren met myriaden, myriaden en duizenden. En zij zeiden met luide stem: “Waardig is het Lam dat geslacht is om macht en rijkdom en wijsheid en kracht en eer en heerlijkheid en lof te ontvangen” (Openb. 5:11-12).
Rev 7:11-12
Alle engelen die rondom de troon stonden, en de oudsten en de vier levende wezens, vielen op hun aangezicht voor de troon en aanbaden God, zeggende: “Amen! Zegening en glorie en wijsheid en dankzegging en eer en macht en kracht zij onze God voor eeuwig en altijd. Amen!” (Openb. 7:11-12).
Rev 15:3-4
En zij zingen het lied van Mozes, de knecht Gods, en het lied van het Lam, zeggende: “Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Here, de almachtige God. Rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning der natiën. O Heer, wie zal Uw naam niet vrezen en verheerlijken? Want U alleen bent heilig. Alle volken zullen voor uw aangezicht komen en u aanbidden, want uw oordelen zijn openbaar geworden” (Openb. 15:3-4).
Rev 19:5
Toen klonk er een stem uit de troon, die zei: “Looft onze God, al zijn dienaren en al degenen die hem vrezen, klein en groot!” (Openb. 19:5).
Palmen van lof en aanbidding
Palmen 9:11
Zing voor de HEERE, die in Sion woont; vertel zijn daden onder de volken (Ps. 9:11).
Palmen 28:7
De HEERE is mijn sterkte en mijn schild; op Hem heeft mijn hart gehoopt. Ik werd geholpen, en mijn hart verheugde zich; met mijn lied zal ik Hem loven (Ps 28:7).
Palmen 33:2
Dank de HEERE met een lier; zing Hem toe met een harp van tien snaren (Ps 33:2).
Psalmen 34:1
Ik zal den HEERE te allen tijde zegenen; zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn (Ps 34:1).
Psalmen 35:28
Mijn tong zal spreken van Uw gerechtigheid en van Uw lof, de ganse dag door (Ps 35:28).
Psalmen 42:11
Waarom zijt gij nedergeworpen, o mijn ziel, en waarom zijt gij verontrust in mijn binnenste? Wacht op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de redding van mijn ziel, en mijn God! (Ps 42:11).
Psalm 51:15
Lord, open mijn lippen, en mijn mond zal Uw lof verkondigen (Ps 51:15).
Psalm 63:1
O God, Gij zijt mijn God! Ik heb U ijverig gezocht, mijn ziel dorst naar U. Mijn lichaam verlangt naar U in een droog en dorstig land, zonder water (Ps 63:1).
Palmen 66:17
Ik heb Hem met mijn mond aangeroepen, en met mijn tong heb ik Hem verheven (Ps 66:17).
Palmen 67:3
Laat de volken U loven, o God! Laat alle volken U loven! (Ps 67:3).
Palmen 68:4-5
Zing voor God! Zing psalmen voor zijn naam! Bereid een weg voor hem die op de wolken rijdt! De HEER is zijn naam Verheug u voor zijn aangezicht! Vader van de vaderlozen en rechter van de weduwen is God in zijn heilige woning (Ps 68:4-5).
Palmen 68:19
Geloofd zij de HEERE! Dag aan dag draagt de God van ons heil onze lasten (Ps 68:19).
Palmen 71:8
Mijn mond is vol van uw lof, van uw heerlijkheid, de ganse dag door (Ps 71:8).
Psalmen 71:23
Mijn lippen zullen zich verblijden als ik U psalmen zing, ja, mijn ziel, die Gij verlost hebt (Ps. 71:23).
Psalmen 95:6
Kom, laat ons aanbidden en buigen! Laten wij knielen voor de HERE, onze Maker (Ps 95:6)
Palmen 96:9
Bid de HERE in de schoonheid van heiligheid; laat de hele aarde beven bij zijn aanwezigheid (Ps 96:9)
Palmen 100:4
Breng zijn poorten binnen met dankzegging, zijn voorhoven met lofprijzing. Dankt Hem, zegent Zijn Naam (Ps 100:4).
Palmen 103:1
Geloof de HEERE, o mijn ziel. Zegen zijn heilige naam (Ps 103:1).
Palmen 105:1
Dank de HEER, roep zijn naam aan! Maak onder de volken zijn daden bekend (Ps 105:1).
Palmen 107:22
Breng dankoffers en verkondig zijn werken met blijdschap (Ps 107:22).
Palmen 108:3
Ik zal U loven onder de volken, o HEER; voor U zal ik psalmen zingen onder de volken.
Psalmen 119:62
Tot middernacht sta ik op om u te danken voor uw rechtvaardige oordelen (Ps 119:62).
Psalmen 145:3
Groot is de HEER en opperste lof waardig. Zijn grootheid is onnaspeurlijk (Ps 145:3).
Palmen 150:6
Elk ademend ding prijst de HEERE! Alleluia! (Ps 150:6).
Geef een antwoord